
Ir. Onno Dwars is manager duurzaamheid bij VolkerWessels Vastgoed en als vastgoedontwikkelaar betrokken bij grootschalige gebiedsontwikkelingen.
Onno Dwars studeerde Civiele Techniek aan de TU Delft. Sinds 2005 is hij werkzaam bij VolkerWessels Vastgoed.
Duurzaamheidsconcept
Na de ondertekening van het Lente-Akkoord in 2007 is hij zich actief gaan inzetten voor de bredere implementatie van duurzaamheid, te beginnen bij VolkerWessels Vastgoed. Dit begon met de ontwikkeling van het duurzaamheidsconcept ClimateReady.
ClimateReady staat voor hoge duurzaamheid van de nieuwbouwwoning met de mogelijkheid om op een inzichtelijke wijze te investeren in duurzaamheid. Hierbij wordt inzicht verschaft in de kosten, maar ook de opbrengsten en meerwaarde voor het milieu. De opdrachtgever en toekomstige bewoners worden actief betrokken bij de mogelijkheden om te investeren in een energiezuinige woning. Vanuit de kennis en kunde die hiermee is opgedaan is hij betrokken geweest bij het verduurzamen van het VolkerWessels bouwconcept PlusWonen, dat nu in de basis zeer duurzaam is.
Enkele spraakmakende projecten waarbij hij betrokken is, zijn: SpaarneBuiten in Spaarndam en Westergouwe in Gouda.
Persoonlijk energielabelâ¨De affiniteit met duurzaamheid gaat verder dan alleen projecten. Zo is Onno Dwars initiator geweest om collega's actief te betrekken bij het onderwerp duurzaamheid, door collega's een persoonlijk energielabel te geven, voorlichting te geven aan collega's, energiebespaar-wedstrijden te organiseren en het eerste VolkerWessels Vastgoed corporate responsibility report te realiseren.
Tevens is hij binnen het VolkerWessels concern ambassadeur Corporate Responsibilty en heeft hij onlangs wederom een intern VolkerWessels duurzaamheidscongres georganiseerd, om VolkerWessels-werkmaatschappijen van elkaar te laten leren over duurzaamheid.
Onno Dwars is actief binnen de Neprom binnen de Commissie duurzaamheid en het Lente-Akkoord.
Dwars is van mening dat er nog grote stappen gemaakt gaan worden op het gebied van duurzaamheid. De focus ligt nu nog op de installaties van het gebouw, Deze zal echter gaan verschuiven naar de locatie van het object, materialisering en het gebruik. Hij hoopt hieraan een bijdrage te kunnen leveren zodat de verduurzaming van de gebouwde omgeving in een stroomversnelling blijft.